Een patiënt van mij heeft zich meerdere keren agressief gedragen. Ondanks waarschuwingen en het herhaaldelijk maken van afspraken, is er geen aanvaardbare verbetering opgetreden. Ik heb daarom de behandelingsovereenkomst eenzijdig beëindigd en de patiënt een termijn gesteld om zich in te schrijven bij een andere arts. De patiënt doet dit echter niet. Wat kan ik doen?
Ernstige agressie van een patiënt kan een gewichtige reden zijn om de behandelingsovereenkomst eenzijdig te beëindigen. Dit mag alleen als er geen mogelijkheid is om de relatie te herstellen. In paragraaf 3.1 onder b van de KNMG-richtlijn Niet-aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst vindt u hier meer informatie over.
Bij de beëindiging van de behandelingsovereenkomst moet u als arts voldoen aan diverse zorgvuldigheidseisen. Een belangrijke zorgvuldigheidseis is dat u noodzakelijke hulp blijft verlenen totdat de patiënt een nieuwe arts gevonden heeft. Dit om de continuïteit van de zorg te garanderen en ervoor te zorgen dat de patiënt niet verstoken raakt van medisch noodzakelijke zorg. U mag in deze situatie van de patiënt verlangen dat hij meewerkt. De patiënt mag bijvoorbeeld niet steeds weigeren om (noodzakelijke) zorg te ontvangen van een andere arts, als die zich bereid heeft verklaard om de behandeling over te nemen.
Schrijft de patiënt zich niet uit, terwijl er wel andere artsen bereid zijn om hem in te schrijven? Dan kunt u de patiënt berichten dat u hem binnen een redelijke termijn gaat uitschrijven. Welke termijn redelijk is, hangt af van de specifieke omstandigheden van de situatie. Door deze termijn te stellen geeft u de patiënt een laatste kans om in te gaan op de geboden alternatieven. Laat de patiënt daarna nog niets van zich horen, dan kunt u hem laten weten dat hij wordt uitgeschreven.
Soms lukt het de patiënt niet om zelf een nieuwe arts te vinden. U kunt dan als arts de volgende stappen zetten:
U kunt bij collega’s in de buurt informeren of zij nog patiënten aannemen. Vervolgens kunt u de patiënt informeren bij welke praktijk(en) hij terecht kan. Daarbij geeft u de patiënt een redelijke termijn om over te stappen.
Als de patiënt aangeeft dat hij geen andere arts kan vinden of dat hij niet door andere artsen wordt geaccepteerd, kunt u hem vragen om contact op te nemen met zijn zorgverzekeraar. Deze kan dan voor de patiënt bemiddelen bij een andere arts. Om die bemiddeling een kans te geven, geeft u de patiënt een redelijke termijn. Zo nodig kunt u helpen om het contact met de zorgverzekeraar tot stand te brengen.
Wordt de patiënt toch geweigerd en kan de zorgverzekeraar niets doen, dan zult u de continuïteit van de spoedzorg moeten blijven garanderen. Het is daarom van groot belang dat u weet of er alternatieven zijn en dat u deze ook goed documenteert in het dossier van de patiënt.
Treedt er een uitzonderlijke situatie op, waarin u zelf geen (spoed)zorg meer kunt leveren? Dan kunt u bijvoorbeeld met de huisartsenpost en spoedeisende hulp afspreken dat de patiënt daar terecht kan voor de noodzakelijke zorg. Informeer de patiënt daarover en documenteer dit goed in zijn dossier.